U maakt deze afspraak zelf bij de balie van het Centraal Planbureau. Uw specialist verwijst u direct hiernaar toe als u al in het ziekenhuis bent. Heeft u uw specialist telefonisch gesproken? Dan zal deze een opdracht naar het Centraal Planbureau sturen. Zij plannen een afspraak voor u in. Deze ontvangt u dan per post en kunt u terugvinden op Mijn Slingeland.
Preoperatieve polikliniek
Pre-operatief spreekuur
Gepubliceerd op: 13 april 2023De pre-operatieve polikliniek is speciaal voor de patiënten die een operatie ondergaan.
Er is ook een pre-operatief spreekuur speciaal voor kinderen.
Het secretariaat van uw behandeld arts maakt voor u een afspraak bij de zelfmeetkiosk. Hier meet u heel eenvoudig zelf uw bloeddruk, hartslag, saturatie, lengte en gewicht. Vindt uw operatie binnen een week plaats? Dan wordt u ook direct doorverwezen naar de secretaresse van de preoperatieve polikliniek. Hier wordt de afspraak voor de pre-operatieve screening ingepland. Deze afspraak vindt plaats op de polikliniek in het ziekenhuis (fysiek) of digitaal. De keuze is afhankelijk van de operatie en uw gezondheidstoestand.
Als het nodig is gaat u aansluitend naar Laboratorium Afname (route 48) om bloed te laten afnemen.
Wat u zelf moet doen
Wij vragen u vervolgens:
- De vragenlijst(en) in te vullen in Mijn Slingeland.*
Log in met uw DigiD+ op het patiëntenportaal Mijn Slingeland.
Het is belangrijk de vragenlijsten zo spoedig mogelijk in te vullen. De informatie uit de vragenlijsten is noodzakelijk om uw gezondheid in kaart te brengen voor de operatie.
*Als u niet kunt inloggen in Mijn Slingeland vragen we u direct contact op te nemen met het Centraal Planbureau. - De folder Anesthesie goed door te lezen. (In elk geval voor uw afspraak bij de anesthesioloog).
- Een medicatieoverzicht op te vragen bij uw eigen apotheek.
Werkwijze: afspraak op preoperatief spreekuur (fysiek)
Als uw afspraak voor het pre-operatief spreekuur in het ziekenhuis is zijn er door het Centraal Planbureau afspraken gepland voor de Preoperatieve screening:
- Het medicatiespreekuur (route 82)
- Het gesprek met de anesthesioloog (route 82)
En zo nodig ook:
- Een telefonische afspraak met een verpleegkundige van het pre-operatieve spreekuur.
- Een afspraak voor het maken van een ECG (hartfilmpje).
Verloop van de fysieke afspraken
- Als u eerst een hartfilmpje (ECG) moet maken, meldt u zich op de afgesproken tijd bij polikliniek Cardiologie, route 58.
- Voor uw pre-operatieve screening meldt u zich op de polikliniek van het pre-operatief spreekuur (route 82). U neemt plaats in de wachtkamer.
- Er is eerst een gesprek met de apothekersassistent. Een apothekersassistent neemt uw medicatiegebruik met u door. Neem het medicatieoverzicht van uw apotheek mee naar dit gesprek.
- Vervolgens heeft u een gesprek met de anesthesioloog. Deze zal met u bespreken welke mogelijkheden er zijn voor de verdoving tijdens uw operatie, zoals narcose of de ruggenprik. Zie ook de folder Anesthesie.
Tevens neemt de arts de vooraf ingevulde vragenlijst met u door en spreekt met u af welke verdovingstechniek bij u plaats zal vinden.
- Wanneer u op de wachtlijst komt voor een orthopedische ingreep, zal de verpleegkundige u de volgende dag in het aangegeven tijdsvak bellen. Zij neemt een aantal vragen met u door met betrekking tot de zorg.
Werkwijze: digitale voorbereiding
Als uw voorbereiding op de operatie digitaal plaatsvindt, hoeft u niet meer naar het ziekenhuis voor het pre-operatief spreekuur.
U logt zelf in met uw DigiD in Mijn Slingeland. Daar heeft u:
- de vragenlijst(en) ingevuld.
- de folder Anesthesie gelezen.
- gezien wanneer de telefonische afspraak is gepland met de apothekersassistent.
Telefonische afspraken
- De apothekersassistent belt u volgens afspraak en neemt uw medicatiegebruik met u door. Houdt u het medicatieoverzicht van uw apotheek bij de hand voor dit gesprek.
- De apothekersassistent verbindt u door met de anesthesioloog. De anesthesioloog zal u uitleggen wat de anesthesie inhoudt en zal eventuele vragen beantwoorden. Wanneer u nog een afspraak heeft met de verpleegkundige, zal zij u de volgende dag in het aangegeven tijdvak te woord staan.
Veel gestelde vragen over operatie en voorbereiding
Het verschilt per operatie hoe lang de wachttijd precies is. Wanneer u bij de anesthesioloog bent geweest en bent goedgekeurd voor de operatie, is deze screening 3 maanden geldig.
Zie ook: Wachttijden
U kunt uw wens over de manier van verdoving voorleggen aan de anesthesioloog. Hij of zij spreekt de vorm van verdoving met u af. De vorm van verdoving is onder andere afhankelijk van het soort operatie, uw conditie en leeftijd.
Zie ook de folder Pijnbestrijding voor, tijdens en na de operatie.
Als de anesthesioloog na de pre-operatieve screening goedkeuring geeft voor de operatie, wordt uw operatie op de wachtlijst geplaatst. Zodra de operatie gepland wordt krijgt u bericht van het Centraal Planbureau.
De wachttijd tot de operatie is afhankelijk van:
- het soort operatie (zie wachttijden).
- de urgentietermijn: de specialist geeft aan binnen welke tijd uw operatie plaats moet vinden (medisch).
- de voorkeur voor uitstel van de patiënt (bijv. door vakantie).
Het streven is om de patiënt binnen 3 maanden te opereren. Dit is de geldigheidsduur van de pre-operatieve screening. Maar als de wachtlijst langer is of er is geen urgentietermijn dan kan het zijn dat de afspraak voor de pre-operatieve screening later wordt ingepland.
Dit wordt door het Centraal Planbureau besproken met de patiënt tijdens de eerste afspraak.
Soms is aanvullend onderzoek nodig. Als de uitslag hiervan bekend is, bepaalt de anesthesioloog (eventueel samen met de specialist die de operatie uitvoert) of uw operatie kan doorgaan. Daardoor moet u soms wat langer wachten op een operatiedatum. We houden altijd rekening met de periode waarbinnen u geopereerd moet worden. De specialist die de operatie uitvoert, bepaalt binnen welke termijn uw operatie gepland moet worden zodra u op de wachtlijst wordt gezet.
Als de operatiedatum definitief is, krijgt u telefonisch of schriftelijk bericht van het Centraal Planbureau. Dit is in de meeste gevallen 2 tot 4 weken voorafgaand aan de operatiedatum. De dag voor de operatie belt het Centraal Planbureau (na 11.00 uur) om aan te geven of de operatie door kan gaan en wat de opnametijd is.
Dit is afhankelijk van het soort ingreep (operatie), uw lichamelijke conditie en uw leeftijd. De specialist die u zal opereren bespreekt met u of en hoe lang u ongeveer in het ziekenhuis zal verblijven. U kunt contact opnemen met de polikliniek om deze vraag te stellen. Of stel de vraag via Mijn Slingeland in een e-consult aan de specialist die u gaat opereren.
In de folder 'U wordt opgenomen voor een operatie' leest u alle informatie die van belang is. Ook de zaken die u meeneemt naar het ziekenhuis en de dingen die u beter thuis laat (sieraden, waardevolle spullen etc.).
Wat u zelf meeneemt:
- Een geldig legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart, rijbewijs of vreemdelingenkaart).
- Alle medicijnen die u gebruikt (bij voorkeur in de originele verpakking) en uw actuele medicatieoverzicht (verkrijgbaar bij uw eigen apotheek).
- Het telefoonnummer van een contactpersoon.
- Opbergspullen (doosje/hoesje) voor een gebitsprothese, bril, lenzen en/of gehoorapparaat voorzien van uw naam.
- Hulpmiddelen die u thuis gebruikt (bijvoorbeeld een rollator, stok of krukken) voorzien van uw naam.
Een naaste kan na uw operatie de andere spullen meebrengen naar de afdeling. Dit adviseren we om te voorkomen dat spullen zoekraken als u na uw operatie op een andere verpleegafdeling ligt. Het gaat dan om gemakkelijk zittende kleding, ondergoed, nachtkleding, toiletspullen, stevige schoenen, een boek of tijdschrift.
Zorg ervoor dat u de eerste avond en nacht na de operatie niet alleen thuis bent. Zorg ook voor vervoer naar huis.
Als er geen medische noodzaak is om in het ziekenhuis te verblijven, kunt u niet langer in het ziekenhuis blijven. Ook niet als er niemand bij u kan zijn de eerste 24 uur na de ingreep.
Het is belangrijk dat u niets in uw maag heeft (nuchter) als u geopereerd wordt. Als u wel iets heeft gegeten, zou dit tijdens de operatie in uw luchtpijp of longen kunnen komen. Dat kan gevaarlijk zijn. We kunnen uw operatie niet door laten gaan als u niet nuchter bent. Dat is niet alleen vervelend voor u, maar ook voor de verpleegafdeling en het operatiecentrum.
Wat u wel of niet mag eten of drinken vindt u op de Nuchterkaart in de folder. Lees deze goed. Het is belangrijk dat u de instructies opvolgt.
Roken is, zoals altijd, af te raden maar heeft ook invloed op uw herstel. Stop daarom zo lang mogelijk voor de operatie met roken.
De luchtpijp en longen worden door het roken geïrriteerd en daardoor kan er eerder een ontsteking ontstaan na de operatie. Bovendien kan hoesten na de operatie erg pijnlijk zijn. Ook hebben rokers een lichte koolmonoxidevergiftiging waardoor het bloed minder zuurstof kan opnemen. Dit is ook van invloed op de wondgenezing.
De anesthesioloog of specialist die u opereert, vertelt u welke medicijnen u wel of niet mag innemen rondom uw operatie.
Heeft u daarna nog vragen? Overleg dit dan met de specialist die u opereert.
Er bestaan verschillende soorten bloedverdunners, ook wel antistollingsmiddelen genoemd. De specialist die u opereert bespreekt met u of u moet stoppen en hoe lang van tevoren.
Nee, u moet u uw lenzen uitdoen. Neemt u een doosje mee, voorzien van uw naam, om ze veilig op te bergen.
Nee, u mag geen nagellak, gellak, acrylnagels of gelnagels dragen tijdens een operatie. Dit geldt in ieder geval voor de wijsvingers van beide handen, maar het is beter als alle nagels hiervan vrij zijn.
Het is belangrijk dat tijdens de operatie de kleur van uw huid (draag geen make-up) en nagels duidelijk zichtbaar zijn. Daarnaast wordt ook de saturatiemeter aan uw vinger bevestigd, deze meet het zuurstofgehalte in uw bloed.
Alle piercings moeten worden verwijderd voor de operatie. Deze kunt u na de operatie zelf weer indoen. Zorg dat u de piercings kunt opbergen in een doosje voorzien van uw naam of laat ze thuis.
Voor de operatie moet u alle sieraden zoals een horloge, ketting, ringen en armbanden afdoen. We raden u aan om uw sieraden thuis te laten.
U heeft vast al geprobeerd om de knellende ring af te krijgen. Mocht het echt niet lukken, geef dit dan aan bij uw opname.
Deze informatie krijgt u op de verpleegafdeling. U krijgt voor uw vertrek uit het ziekenhuis een folder mee waarin staat met wie u contact opneemt bij eventuele lichamelijke klachten na de operatie.
Of u na de operatie mag autorijden, hangt af van de gevolgen van de operatie en van uw herstel. Meestal kunt u niet meteen weer autorijden. Bespreekt u dit van te voren met de specialist die u opereert.
Dit is afhankelijk van uw persoonlijke omstandigheden.
- Hulp bij het huishoudelijke werk kunt u voor de operatie al aanvragen bij het zorgloket van uw gemeente. Zij beoordelen uw situatie en bepalen of u in aanmerking komt voor hulp bij het huishouden.
- Voor alle overige vragen rondom thuiszorg, zorg in een verpleeghuis, verzorgingshuis, hospice of hulpmiddelen is er een transferverpleegkundige tijdens uw opname. De transferverpleegkundige bespreekt met u en uw familie of naasten de mogelijkheden en gaat daarna aan de slag om de afgesproken zorg voor u te regelen.
Wanneer u weer kan werken is afhankelijk van welke operatie u krijgt en welke werkzaamheden u doet. Ook uw conditie en het verloop van uw herstel speelt hierin een rol.
U kunt deze vraag stellen aan de specialist die u opereert. Ook tijdens een eventuele controle kunt u dit bespreken.
Uw bedrijfsarts kan u hierbij ook adviseren omdat deze beter op de hoogte is van uw werkzaamheden.
Laatst bijgewerkt op: 18 december 2024