Metanefrine°
Afname-informatie
Synoniem
Metanefrines
Minimaal afnamevolume
2 ml
Afnamemateriaal
Paarse (EDTA) buis
CITO mogelijk?
Nee
Alternatief materiaal
-
Afname op prikpost mogelijk?
Ja
Afnameconditie
Zittend afnemen. Aanvraag alleen mogelijk indien binnen 14 dagen geen vorige aanvraag is geweest of in overleg met KC.
Algemene informatie
Referentiewaarden
M/V 0.07 - 0.33
M/V <0.36 (tot 16 jaar)
M/V <0.4 (tot 14 jaar)
M/V <0.44 (tot 2 jaar)
M/V <0.45 (tot 12 jaar)
M/V <0.47 (tot 3 jaar)
M/V <0.49 (tot 10 jaar)
M/V <0.5 (tot 4 jaar)
M/V <0.5 (tot 9 jaar)
M/V <0.51 (tot 5 jaar)
M/V <0.51 (tot 8 jaar)
M/V <0.52 (tot 7 jaar)
M/V <0.36 (tot 16 jaar)
M/V <0.4 (tot 14 jaar)
M/V <0.44 (tot 2 jaar)
M/V <0.45 (tot 12 jaar)
M/V <0.47 (tot 3 jaar)
M/V <0.49 (tot 10 jaar)
M/V <0.5 (tot 4 jaar)
M/V <0.5 (tot 9 jaar)
M/V <0.51 (tot 5 jaar)
M/V <0.51 (tot 8 jaar)
M/V <0.52 (tot 7 jaar)
Doorlooptijd
3 weken
Eenheid
nmol/L
Methode
-
Doorbelgrens Huisarts
N.v.t.
NZA-code
70197
Doorbelgrens Specialist
N.v.t.
Tarief
€ 32,- (ca.)
Interpretatie
Aanvraag indicatie: verdenking feochromocytoom
Een feochromocytoom is een zeldzame oorzaak van secundaire hypertensie (0,2-0,4%) met een jaarlijkse incidentie van 2-8 patiënten per 1 miljoen personen. De kans op fout positieve uitslagen is daarom groot: 4 op 5 positieve uitslagen. Negatieve (nor)metanefrines sluiten een feochromocytoom nagenoeg uit.
Er is geen groot verschil tussen (nor)metanefrines in bloed of urine. (Nor)metanefrines in bloed zijn waarschijnlijk iets specifieker.
De volgende medicatie stoppen voordat diagnostiek wordt ingezet: fenoxybenzamine, tricyclische antidepressiva en clonidine.
Fout-positieve metanefrinewaarden (< 1,2 nmol/L) komen frequent voor. Deze worden meestal veroorzaakt door het gebruik van B-blokkers, levodopa, alfa-methyldopa, monoamine oxidase remmers, sympatomimetica, calcium-kanaal blokkers en stimulanten zoals cafeïne en nicotine. Deze dienen te worden gestaakt voordat follow-up diagnostiek wordt ingezet. Bij blijvende verhoogde (nor)metanefrinewaarden dient een clonidine-suppressie test te worden ingezet.
Metanefrinewaarden > 1,2 nmol/L maken een feochromycytoom zeer waarschijnlijk.
Een feochromocytoom is een zeldzame oorzaak van secundaire hypertensie (0,2-0,4%) met een jaarlijkse incidentie van 2-8 patiënten per 1 miljoen personen. De kans op fout positieve uitslagen is daarom groot: 4 op 5 positieve uitslagen. Negatieve (nor)metanefrines sluiten een feochromocytoom nagenoeg uit.
Er is geen groot verschil tussen (nor)metanefrines in bloed of urine. (Nor)metanefrines in bloed zijn waarschijnlijk iets specifieker.
De volgende medicatie stoppen voordat diagnostiek wordt ingezet: fenoxybenzamine, tricyclische antidepressiva en clonidine.
Fout-positieve metanefrinewaarden (< 1,2 nmol/L) komen frequent voor. Deze worden meestal veroorzaakt door het gebruik van B-blokkers, levodopa, alfa-methyldopa, monoamine oxidase remmers, sympatomimetica, calcium-kanaal blokkers en stimulanten zoals cafeïne en nicotine. Deze dienen te worden gestaakt voordat follow-up diagnostiek wordt ingezet. Bij blijvende verhoogde (nor)metanefrinewaarden dient een clonidine-suppressie test te worden ingezet.
Metanefrinewaarden > 1,2 nmol/L maken een feochromycytoom zeer waarschijnlijk.
Laboratoriumspecifieke informatie +
LIS-code
K-VZ_METAN1
Nabepaling binnen
-
Analyse materiaal
EDTA-plasma
Analyselocatie
UMCG.5
Bewaarconditie
-20 °C
Verzendinformatie
E. Bewaren in de vriezer, verzenden per 'gewone' post in vrieselement (ma t/m do).
Verwerking
3. Monsters bevroren versturen. Bij voorkeur niet op vrijdag.. (nor)Metanefrine wordt uit bloed OF uit urine bepaald, niet beide. Bloed heeft de voorkeur.
Laatste controle
12-4-2015
< Terug naar Laboratoriumgids