De schildklier regelt veel processen in het lichaam
Verschillende ziektes kunnen dit verstoren
Gepubliceerd op: 26 juni 2023De schildklier is een belangrijke hormoonklier, die zich onderin de hals bevindt. Hij is belangrijk, omdat hij veel processen in het lichaam aanstuurt. Welke processen zijn dat? Wat zijn de meest voorkomende ziektes van de schildklier? Hoe worden deze ziektes behandeld? Internist-endocrinoloog Marieke Velema geeft uitleg.
Marieke Velema is internist-endocrinoloog. Endocrinologie is een zogeheten subspecialisatie binnen de Interne Geneeskunde, dat zich richt op de hormoonhuishouding. Hormonen zijn chemische stoffen die het lichaam zelf aanmaakt en die allerlei processen in het lichaam aansturen. Deze hormonen worden geproduceerd in verschillende organen, de zogeheten hormoonklieren.
Internist-endocrinoloog Marieke Velema:
“Niet bij alle patiënten is meteen duidelijk dat er een schildklierprobleem is.
Maar gelukkig zijn de huisartsen hier alert op.”
Een belangrijke hormoonklier is de schildklier. “Deze bevindt zich onderin de hals, rond de luchtpijp en de slokdarm”, legt Marieke Velema uit. “Het zijn eigenlijk twee kwabben die via de zogeheten isthmus met elkaar verbonden zijn.” Kun je de schildklier voelen als je op je hals drukt? “Een schildklier van normale omvang is vaak niet te voelen. Een vergrote schildklier is soms zichtbaar door een verdikking in de hals. Die beweegt dan mee bij slikken.”
Schildklierziekten: hoe wordt de diagnose gesteld?
Bloedonderzoek is een belangrijk onderdeel van de diagnose van ziekten aan de schildklier. Daarbij wordt bepaald of het bloed te veel of te weinig schildklierhormonen bevat. De belangrijkste maat hiervoor is TSH, het hormoon waarmee de hypofyse de schildklier stimuleert.
Een hoog TSH wijst op een te laag schildklierhormoon en andersom. Dit komt door de zogeheten negatieve terugkoppeling van T4 en T3 op de hypofyse (en hypothalamus): een hoog schildklierhormoon heeft een remmende werking op de hypofyse, waardoor het TSH daalt en er in een normale situatie minder stimulatie van de schildklier plaatsvindt. Zo houdt je lichaam het systeem in balans.
Om te bepalen of een vergrote schildklier de luchtpijp en slokdarm afknelt, en waar precies, kan een speciale CT-scan worden gemaakt.
Met behulp van echografisch onderzoek kunnen de nodi (knobbel in schildklier) zichtbaar worden gemaakt. Soms wordt nucleair beeldvormend onderzoek gedaan. Daarmee kan worden bekeken of de schildklier al dan niet te veel hormoon produceert. En ook waar die overmatige productie plaatsvindt: in de hele schildklier of alleen in één of meerdere nodi.
Snelle en trage schildklier
Wat doet de schildklier? Marieke Velema legt uit: “De schildklier produceert de hormonen T3 en T4. Deze schildklierhormonen regelen de stofwisseling in het lichaam. De stofwisseling is het geheel van biochemische processen dat plaatsvindt in onze lichaamscellen. In feite regelen de schildklierhormonen de snelheid van de stofwisseling. Hoe meer schildklierhormoon, hoe sneller de stofwisseling.”
De schildklier zelf kan te snel of te traag werken, met te veel of te weinig schildklierhormoon als gevolg. Marieke Velema vertelt welke klachten dit kan geven: “Een te snelle schildklier geeft onder meer gewichtsverlies, diarree, verhoogde hartslag en hartkloppingen, zweten, een gejaagd gevoel en snel geprikkeld zijn. Een trage schildklier geeft onder meer gewichtstoename, obstipatie (verstopping), vermoeidheid, kouwelijk zijn, een droge huid, somberheid.”
Huisartsen zijn alert
Veel van deze klachten kunnen ook andere oorzaken hebben. “Dat klopt”, zegt Marieke Velema. “Daarom is het niet bij alle patiënten meteen duidelijk dat er een schildklierprobleem is. Maar gelukkig zijn de huisartsen hier alert op. Als zij enigszins vermoeden dat er een schildklierprobleem speelt, laten zij het bloed van de patiënt hierop onderzoeken.” De meeste patiënten komen dan ook via de huisarts bij de internist-endocrinoloog. “Maar ik krijg bijvoorbeeld ook patiënten via de maag-darm-lever-artsen, bij wie zij werden geanalyseerd vanwege diarree.”
Ook worden sommige patiënten verwezen door de cardioloog. “Hartpatiënten krijgen soms medicijnen voorgeschreven die zowel een te snelle als een te traag werkende schildklier als gevolg kunnen hebben.”
Hypofyse en schildklier
De schildklier wordt voor een belangrijk deel aangestuurd door de hypofyse, een hormoonklier die zich in de hersenen bevindt. De hypofyse produceert het schildklier stimulerend hormoon, genaamd TSH.
De schildklier zelf communiceert weer met de hypofyse via een zogeheten negatief terugkoppelingssysteem. Daarmee geeft de schildklier aan dat er genoeg schildklierhormoon wordt geproduceerd en de hypofyse een stap terug kan doen in het stimuleren. “De hypofyse en de schildklier zijn voorbeelden van hormoonklieren die onderling samenwerken en invloed hebben op elkaar”, merkt Marieke Velema op. “Een schijnbaar schildklierprobleem kan daardoor het gevolg zijn van een probleem in de hypofyse. Het vakgebied endocrinologie is dus soms echt puzzelen.” Ziektes van de schildklier komen relatief vaak voor. Ze resulteren vaak in een te laag of een te hoog schildklierhormoon. De belangrijkste ziektes zijn:
Ziekte van Hashimoto
“De ziekte van Hashimoto is de meest voorkomende oorzaak van een trage schildklier”, vertelt Marieke Velema. “Het is een auto-immuunziekte. Bij een dergelijke ziekte keert het immuunsysteem zich tegen het eigen lichaam, waardoor er ontstekingen ontstaan. In dit geval in de schildklier, die daardoor minder goed werkt.” Bij de ziekte van Hashimoto wordt de schildklier wel voortdurend gestimuleerd door de hypofyse.
“Maar met onvoldoende resultaat, omdat de schildklier niet goed werkt. Je ziet bij bloedonderzoek dan een hoog gehalte aan TSH (schildklier stimulerend hormoon) en een laag gehalte aan schildklierhormoon. De ziekte is helaas niet te genezen. De klachten worden bestreden door het innemen van medicijnen, in dit geval kunstmatig schildklierhormoon.”
Ziekte van Graves
Dan de ziekte van Graves, ook een auto-immuunziekte. “Bij deze ziekte werkt de schildklier te snel”, vertelt Marieke Velema. “Ook kunnen er oogklachten ontstaan, zoals dubbelzien en uitpuilende ogen. Om de klachten te bestrijden, schrijven we meestal medicatie voor die de productie van schildklierhormoon
remt.”
Overigens kan de ziekte spontaan tot rust komen. “Daarom stoppen we meestal na een jaar met medicatie. Soms blijft de ziekte weg, soms komt hij na verloop van tijd terug. Daarom blijven we deze patiënten controleren.”
Nodus en struma
Een nodus is een knobbel in de schildklier. Zijn er meerdere knobbels (multi-nodulair), dan kan de schildklier in zijn geheel vergroot zijn. Dit heet struma (ook wel krop genoemd).
“Een nodus is meestal ‘onschuldig’. Dat betekent dat hij goedaardig is en geen invloed heeft op de hormoonproductie”, legt Marieke Velema uit. “Maar hij kan wel druk geven op bijvoorbeeld de luchtpijp. In dat geval is vaak een operatie nodig, waarbij de halve schildklier verwijderd wordt.”
Maar een nodus kan ook toxisch zijn. “Zo’n nodus gaat dan qua hormoonproductie zijn eigen gang, waardoor het gehalte aan schildklierhormoon te hoog wordt. Deze schildklierziekte wordt meestal
behandeld met radioactief jodium.”
Radioactief jodium
Radioactief jodium is een behandeling voor een te snel werkende schildklier, dat in principe eenmalig als capsule (pil) wordt ingenomen. Daarbij is jodium de transportstof. “De schildklier is het enige orgaan dat jodium goed opneemt”, legt Marieke Velema uit. “Daardoor komt het radioactieve jodium vooral in de schildklier terecht. Vervolgens wordt de schildklier van binnenuit bestraald door de radioactieve stof, waardoor de werking wordt geremd. Dit radioactieve medicijn is relatief veilig en heeft over het algemeen weinig bijwerkingen.”
Soms een operatie
Bij ziektes die een trage schildklier tot gevolg hebben, is het innemen van een kunstmatig (‘nagemaakt’) schildklierhormoon in een pil vaak de aangewezen behandeling. Bij een te snelle schildklier is het innemen van schildklier remmende medicatie vaak de aangewezen behandeling.
En opereren? “Daar kiezen we in een enkel geval voor”, antwoordt Marieke Velema. “Bijvoorbeeld als een vergrote schildklier de luchtpijp en de slokdarm afknelt, en zo slikken en ademhalen bemoeilijkt. Ook in het geval van schildklierkanker, of de verdenking daarop, is een operatie de aangewezen behandeling.”
Jodium in het zout
Struma (een vergrote schildklier) kan ook veroorzaakt worden door een gebrek aan jodium. In Nederland komt dit nauwelijks meer voor. In sommige gebieden elders in de wereld wel, bijvoorbeeld Pakistan. Het komt doordat de grond in dat gebied arm is aan jodium, waardoor het verbouwde voedsel te weinig jodium bevat. In Nederland kwam het vroeger voor in het gebied rond Kampen. In Nederland wordt jodiumtekort voorkomen door gejodeerd zout aan brood toe te voegen. Gejodeerd keukenzout (JoZo) is ook te koop in de supermarkt.
Laatst bijgewerkt op: 13 oktober 2023