Boezemfibrilleren meest voorkomende hartritmestoornis
Slingeland behandelt meerdere patiënten per week met cardioversie
Gepubliceerd op: 07 oktober 2024Mensen met boezemfibrilleren, de meest voorkomende hartritmestoornis, kunnen in het Slingeland Ziekenhuis terecht op de AF-polikliniek. AF staat voor atrium fibrilleren. Verpleegkundig specialist Mieke Bremer en cardioloog Jeroen Jaspers Focks vonden het belangrijk om deze speciale polikliniek op te zetten: “Doorgaans is boezemfibrilleren een onschuldige aandoening, mits je het goed behandelt.”
Volgens de Hartstichting zijn er in Nederland 365.000 mensen die weten dat ze deze hartritmestoornis hebben. Naar schatting hebben nog eens 80.000 mensen deze aandoening, maar weten ze dit niet omdat ze geen klachten hebben. Symptomen zijn onder meer hartkloppingen, kortademigheid bij inspanning en vermoeidheid, maar het komt dus ook voor dat er geen klachten zijn en de hartritmestoornis per toeval wordt ontdekt. Oorzaken kunnen onder andere zijn: een schildklieraandoening, overgewicht, infecties, operaties, alcoholgebruik en problemen met het hart, zoals hartfalen of een hartklepziekte. Boezemfibrilleren is een leeftijdsgebonden aandoening en komt voor bij naar schatting tien procent van de mensen van 80 jaar en ouder.
Onregelmatige hartslag
Wat is boezemfibrilleren (of atriumfibrilleren) precies? Cardioloog Jeroen Jaspers Focks: “Normaal gesproken wordt het hart elektrisch aangestuurd vanaf één plek in het hart, dit noemen we sinusritme. Bij een patiënt met boezemfibrilleren ontstaan er elektrische prikkels op meer dan één vaste plek in de voorkamers. Hierdoor is de hartslag onregelmatig en meestal te hoog. Dat is doorgaans niet levensbedreigend, mits je op zaken let als de snelheid van de hartslag en het voorkomen van het ontstaan van bloedpropjes.”
"Het is positief dat steeds meer mensen hun hartritme op hun smartwatch bijhouden. Hierdoor kan boezemfibrilleren, zonder dat dit klachten geeft, in een vroeger stadium worden ontdekt.”
De cardioloog legt uit dat er drie vormen van boezemfibrilleren zijn: “Je kunt het aanvalsgewijs hebben en dan gaat het spontaan of met medicijnen weer weg. Heb je het aanhoudend, dan ben je nog in afwachting van een behandeling. Ook zijn er mensen die het permanent hebben. Dat zijn vooral mensen op hoge leeftijd bij wie je het hartritme niet meer terugzet naar een normaal hartritme omdat zij er weinig tot geen hinder van ondervinden en de hartslag niet te snel gaat.”
Zoeken naar oorzaak
Verpleegkundig specialist Mieke Bremer: “Via de huisarts, andere specialisten en verwijzers komen nieuwe patiënten met boezemfibrilleren op onze AF-poli. We beginnen dan met een hartfilmpje, bloedonderzoek en een echo van het hart. We gaan op zoek naar de oorzaak van het boezem- oftewel atriumfibrilleren. Met name bij jongere patiënten is het vaak een uiting van een ander onderliggend ziektebeeld zoals hartfalen, een schildklieraandoening of slaapapneu.”
Verschillende behandelingen
Bloedverdunners
Jaspers Focks: “De basis van behandeling is het starten met een bloedverdunner bij patiënten die hier baat bij hebben. Door het boezemfibrilleren trekken de voorkamers namelijk minder goed samen. Hierdoor kunnen er bloedpropjes ontstaan die vervolgens in de bloedbaan kunnen komen. In het vervelendste geval met een beroerte tot gevolg. Risicofactoren zijn onder andere hogere leeftijd, suikerziekte, en een eerdere beroerte. Bij patiënten met zo’n verhoogd risico starten we met een bloedverdunner, de zogenaamde NOACs.”
Hartritme
Op de AF-polikliniek worden de mogelijke behandelingen besproken. “Daarbij kunnen we een behandeling kiezen om de snelheid van de hartslag te controleren óf het ritme te herstellen. In het eerste geval accepteer je het boezemfibrilleren en kan je met medicatie, zoals een bètablokker, ervoor zorgen dat het hartritme niet te snel gaat. In het tweede geval wil je het ritme herstellen, een zogenaamde cardioversie. Dit kan door middel van medicatie, een ‘chemische’ cardioversie. Maar ook door een stroomstootje, een electrocardioversie.
Na herstel van het hartritme kan het nodig zijn om dagelijks medicatie te gebruiken, om de kans op opnieuw boezemfibrillen te verlagen. Als dat ook niet helpt, dan kunnen we een patiënt doorsturen naar een gespecialiseerd ziekenhuis voor een ablatie. Daarbij maak je een soort litteken waardoor elektrische prikkels die voor boezemfibrilleren zorgen, het hart niet meer goed kunnen bereiken.”
Hartritme herstellen met elektisch schokje
In het Slingeland Ziekenhuis worden ook electrocardioversies uitgevoerd. Deze korte behandeling is bedoeld om het hartritme in zijn normale ‘sinusritme’ terug te krijgen (zie kader voor meer uitleg). Mieke Bremer: “Over het algemeen zijn dit de ‘jongere’ patiënten die veel klachten van de hartritmestoornis hebben.” Cardioloog Jaspers Focks: “Meestal lukt het om het hartritme te herstellen. Maar het lukt niet altijd en het kan ook gebeuren dat het onregelmatige hartritme weer terugkomt. Dan komt de patiënt in aanmerking voor anti-aritmica medicijnen, een nieuwe cardioversie of een ablatie.” Als de cardioversie wel lukt voelen mensen zich al beter bij het wakker worden. Mieke Bremer: “Van het schokje zelf heb je geen pijn. Als het werkt, heb je er meteen profijt van en voel je je beter. Dan ben je af van je vermoeidheid, hartkloppingen, gejaagde gevoel en kortademigheid.” De cardioloog vult aan: “Zelfs mensen die vooraf geen klachten denken te hebben, merken soms toch dat ze na de cardioversie meer energie hebben.”
Hoe werkt een cardioversiebehandeling?
Bij een cardioversie behandelt de verpleegkundig specialist of cardioloog een hartritmestoornis met behulp van een of enkele stroomstoten terwijl de patiënt in slaap is. Het doel is om het hartritme te herstellen. Om bloedstolsels tijdens de cardioversie te voorkomen, krijgt de patiënt vooraf bloedverdunnende medicijnen. Ook krijgt hij ter controle en hartfilmpje. Op de dag van de behandeling brengt de anesthesiologisch medewerker of anesthesist de patiënt voor korte tijd in diepe slaap. Daarna wordt met een defibrillator en via aangebrachte plakkers een stroomstoot gegeven om het hartritme te herstellen. Als dit de eerste keer niet lukt, kan het eventueel nog één of twee keer worden herhaald. De patiënt voelt hier niets van. Als de patiënt na een kwartier weer wakker is, hoort hij direct of de cardioversie is geslaagd. Soms lukt het niet en wordt de cardioversie op een ander moment herhaald of komt de patiënt in aanmerking voor een alternatieve behandeling.
Nieuwe ontwikkelingen
De ontwikkelingen op het gebied van behandeling van deze hartritmestoornis gaan door. Cardioloog Jaspers Focks: “Ons ziekenhuis neemt deel aan een studie naar nieuwe bloedverdunners die mogelijk makkelijker en veiliger zijn. Bloedverdunners kunnen immers bloedingen veroorzaken.” Ook werkt het Slingeland Ziekenhuis goed samen met de huisartsen en gespecialiseerde ziekenhuizen in Nijmegen, Twente en Zwolle. Mieke Bremer tot slot: “Daarin zorgen we uiteindelijk samen voor betere zorg van onze patiënten.”
Laatst bijgewerkt op: 07 oktober 2024