Angiografie

De angiografie wordt op de afdeling Radiologie uitgevoerd. Dit onderzoek naar de bloedvaten vindt plaats om na te gaan of er een afwijking te zien is in de bloedvaten en en de ernst van de afwijking te bepalen. Afwijkingen die zichtbaar kunnen worden zijn vernauwingen (stenosen) of verwijdingen (aneurysmata) van de slagaders.

Opname

Voor dit onderzoek is een opname op een verpleegafdeling in het ziekenhuis nodig. Vaak mag de patiënt, als er geen complicaties zijn, dezelfde dag ook weer naar huis.

Methode

Op gewone röntgenfoto’s zijn bloedvaten niet zichtbaar. Om de bloedvaten zichtbaar te maken moet een jodiumhoudend contrastmiddel in de bloedbaan komen. De radioloog die het onderzoek uitvoert zal vlak voor het maken van de röntgenfoto het contrastmiddel in de bloedbaan spuiten. Vervolgens verspreid de vloeistof zich door de bloedvaten in het te onderzoeken gebied en kunnen deze bloedvaten worden afgebeeld met een röntgenfoto. 

Allergieën melden

Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van jodiumhoudend contrastmiddel. Dit wordt via de bloedvaten (intra- arterieel) toegediend. Het is belangrijk dat u uw allergieën meldt, en heel specifiek een allergie voor jodium. Geef deze informatie aan de arts die het onderzoek aanvraagt en aan de laborant voordat het onderzoek plaatsvindt. 
Meer informatie hierover is te vinden in de folder Voorzorgsmaatregelen bij radiologisch onderzoek met jodiumhoudend contrastmiddel.

Verloop van het onderzoek

Vanaf de verpleegafdeling brengt een verpleegkundige de patiënt met bed en al naar de angiografiekamer op de afdeling Radiologie. De radiodiagnostisch laborant en de verpleegkundige nemen eerst met de patiënt een checklist met belangrijke gegevens van de patiënt door. 
De plaats op het lichaam waar de injectie met contrastmiddel gegeven zal worden verschilt per patiënt. De laborant inspecteert de prikplaats en scheert het eventuele lichaamshaar weg. De patiënt neemt plaats op de onderzoekstafel en wordt aangesloten op een bewakingsmonitor die de hartslag, het zuurstofgehalte en de bloeddruk meet.

Mogelijk ziet de interventieradioloog tijdens het maken van de foto’s afwijkingen (vernauwingen) die direct worden behandeld. Dit kan door een ballonnetje in het bloedvat te brengen en dit op te blazen (dotteren) of door het plaatsen van een stent. Het resultaat van deze behandeling is dat het bloedvat open blijft en dat het bloed er weer goed door kan stromen. 
 
Zodra het onderzoek klaar is zal het buisje uit de prikplaats worden verwijderd. Het gaatje in de slagader kan op twee manieren worden dichtgemaakt:

• Het gaatje wordt gedicht met een Angio-Seal. Dit is een plug die in de wand van het bloedvat word geplaatst. Hierna moet de patiënt 2 uur plat blijven liggen.
• Of de interventieradioloog drukt 10 minuten stevig op de prikopening en legt daarna met de laboranten een drukverband aan. Hierna moet de patiënt 6 uur plat blijven liggen.

Omdat de patiënt plat moet blijven liggen wordt deze met een tillift van de onderzoekstafel in bed gelegd. De laborant zal instructies geven over wat de patiënt wel en niet mag doen. De verpleegkundige zal u terugbrengen naar de verpleegafdeling. 

Uitslag

De radioloog legt de bevindingen van het onderzoek vast in een verslag. De uitslag van het onderzoek krijgt u van de specialist die het onderzoek heeft aangevraagd.

Folder

Meer informatie vindt u in de folder Angiografie.